Een paniekstoornis. Que?

Voor ik allerlei subjectieve verhalen op je los ga laten, wil ik dat je een beetje weet wat een paniekstoornis is. Hoe het voelt. Wat je denkt. Dat je weet dat één paniekaanval nog geen stoornis is. Dat je weet dat ongeveer 4% van de Nederlanders er in zijn leven last van krijgt. Het geeft je een beetje context.

Daarna vertel ik je wat meer over mijn paniekstoornis. Want, er bestaan 1.001 varianten van. De ene is de andere niet. Dat maakt het ook allemaal zo lastig. 

Cijfers en definities

Eerst wat cijfers, want daar hou ik van. Ongeveer 1 op de 5 Nederlanders krijgt in zijn leven te maken met een angststoornis. Vrouwen vaker dan mannen. Iets specifieker: sociale fobie (9,3%) en specifieke fobie (7,9%) komen het meeste voor, gevolgd door de gegeneraliseerde angststoornis (4,5%) en paniekstoornis (3,8%). Agorafobie of straatvrees (0,9%) komt het minst voor (Nemesis-2, de Graaf et al., 2010).

Gaan we door naar DSM-5. Dat is het Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, oftewel: het diagnostisch en statistisch handboek van psychiatrische aandoeningen. Bepaald geen lekker leesvoer, maar wel handig, omdat het een wereldwijde standaard is waarmee we psychiatrische ziektes definiëren. Zo ook de paniekstoornis. Het is taaie kost, dus voor wie wil: lees hier verder.

Wat is een paniekaanval?

Nu concreet: een paniekaanval. Op YouTube vond ik een filmpje met de titel ‘Hoe voelt een paniekaanval?’ Dat filmpje vat heel mooi samen wat een paniekaanval ongeveer is. (En voor de liefhebbers: het filmpje laat ook zien hoe je de symptomen kunt opwekken. Met een rietje! Haha!)

Hoe voelt dat dan?

En op YouTube vond ik nóg een filmpje. Van een vlogger, die zichzelf filmt tijdens een paniekaanval. Bedenk dat deze dame een doorgewinterde panieker is, want anders gaat het je niet lukken om jezelf te filmen en daar ook nog uitleg bij te geven. Toch vind ik het wel een aardig beeld geven, en lijkt het best wel op hoe ik mijn paniekaanvallen beleef. Daarom deel ik ‘m.

Van aanval naar stoornis

Als laatste: één paniekaanval maakt nog geen stoornis. We spreken van een paniekstoornis als de paniekaanvallen je echt gaan belemmeren. Als je niet meer normaal kunt functioneren en tussen de aanvallen door bang bent voor volgende aanvallen. En dat minimaal een maand lang. Oh joy!

GEK. WORDEN.

Over naar mijn eigen interpretatie. De kop verklapt ’t al. Van mijn allereerste paniekaanval weet ik nog precies waar ik was, wat ik voelde en wat ik dacht. Voorál wat ik dacht: Dit is gek worden. Gek. Worden. Dit is doordraaien. Er racen flarden van afschuwelijke gedachten door je hoofd. Er is geen logica in te bekennen. Dit is dat moment dat we iemand moeten bellen om te zeggen dat ze me op moeten halen en plat moeten spuiten. One Flew Over the Cuckoo’s Nest.

Het enige positieve van paniekaanvallen: ze zijn van tijdelijke aard. Ze komen op, bereiken hun piek, en verdwijnen weer. Na zo’n aanval ben je vooral helemaal kapot. En na zo’n eerste (tweede en derde) aanval vraag je je af wat je in hemelsnaam is overkomen. Je hoopt vooral dat je dat nóóit meer mee hoeft te maken. Veel mensen maken het daarna ook nooit meer mee.

En er zijn ook mensen die het daarna veel vaker meemaken. Zó vaak, dat het voor problemen gaat zorgen. Dat laatste gebeurde mij tot nu toe drie keer. (Afgewisseld met jarenlang zo goed als klachtenvrij door het leven te gaan. Dat moet ook gezegd worden.)

Waarom?!

Een terugblik op de afgelopen jaren houd je van mij tegoed. Ik blijf nu even bij de paniekstoornis zelf. Je weet nu een beetje wat het is.

Dan haal ik er nog een ding bij: de waarom-vraag. Wat is de oorzaak? Daar is een heel leuk antwoord op: een paniekstoornis wordt veroorzaakt door een combinatie van biologische, sociale en psychische factoren. En je raadt het al: er zijn 1.001 combinaties mogelijk. Het is wat mij betreft toch een beetje koffiedik kijken, want veel van die factoren zijn subjectief.

Trauma’s, stofjes, aanleg en meer

Sommige mensen hebben een aanwijsbaar trauma. Sommige mensen niet. Bij sommige mensen is het een ziekte. Bij sommige mensen een symptoom. Sommige mensen missen een stofje, of hebben juist een stofje teveel, denkt men. Sommigen hebben gewoon aanleg. Sommige mensen hebben situatiegerelateerde paniekaanvallen. Sommigen kan het overal overkomen. Elke paniekstoornis is daardoor anders. Het is geen exacte wetenschap. Dat geldt wat mij betreft voor ongeveer de hele psychiatrie. (Waarover De Volkskrant deze week nog een heerlijk artikel schreef.)

Why me?

Maar, oh, wat had ik, als semi-beta, graag een antwoord, in de vorm van nullen en enen, op die ene vraag: waarom? En, nog belangrijker: Why me? Why fucking me?! Wat doe ik fout? En wat moet ik doen om het beter te maken? Zeg het me, en ik doe het. Ik knuffel bomen, ik mediteer ondersteboven, ik eet elke dag een zak chips leeg, ik begin de dag met het alfabet drie keer achterstevoren op te zeggen. Ik zou er zelfs voor in God gaan geloven. Niets is te gek. Maar, nee, zo werkt het niet.

Ik kan me eeuwig blijven afvragen waarom dit mijn lot is. Maar het antwoord ga ik niet krijgen. En daarom kom ik terug op de belangrijkste reden om aan dit blog te beginnen: acceptatie. Acceptatie van de stoornis, acceptatie van het niet-weten en vooral acceptatie van mezelf. In voor- en tegenspoed.

2 antwoorden op “Een paniekstoornis. Que?”

  1. Ik geef je groot gelijk, iedereen is anders zoveel factoren.
    Nou heb ik weer zin om One flew over the cuckoo’s nest te kijken!

  2. Zo is het maar net, acceptatie. Makkelijker gezegd dan gedaan, op wat voor vlak dan ook. Ik bewonder je zelfkennis, je moed, je vermogen dit allemaal goed onder woorden te brengen en het een plaats te geven, maar vooral jou, omdat je bent wie je bent.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *